I N L E I D I N G

Hoe ik tot mijn familie-onderzoek kwam.

Geboren 25 mei 1877 te Assendelft, als zoon van Pieter Boekel en Aagje IJff, ben ik grootgebracht te Schagen in het veehoudersbedrijf van mijn ouders. Gedurende het winterhalfjaar 1896/1897 en 1897/98 bezocht ik de Winter-Landbouwschool aldaar. De moeilijke omstandigheden in het boerenbedrijf deden mij besluiten, een andere werkkring te zoeken. Het spreekt haast vanzelf dat ik in het zuivelvak terecht kwam, gezien de naam die mijn vader had gemaakt in de verbetering van de kaasbereiding. Hij heeft op dit gebied veel bereikt, waar men in Noord Holland de vruchten van heeft geplukt. Hij overleed 26.6.1939 te Uitwierde op 90-jarige leeftijd en werd aldaar begraven. Op de zerk boven zijn graf kan men o.m. lezen, "Gekomen uit Noord Holland en pionier op het gebied der kaasbereiding aldaar." Wijlen Dr. L.T.C.Schey, oud-zuivelconsulent, heeft dit in een zijner laatste publikaties nog eens uiteengezet.

Voorjaar 1898 werd te Holwierde bij Appingedam een kaasfabriekje gesticht en via de Winterschool werd ik van dat fabriekje de directeur. Zo kwam ik in de provincie Groningen terecht. In juni 1905 huwde ik daar met Mentje Oosterhuis, een boerendochter, en voorjaar 1906 verhuisden wij naar Giessen Nieuwkerk ZH, waar ik toen was benoemd tot directeur der zuivelfabriek. Tijdens ons verblijf daar kochten mijn schoonouders, die zelf een landbouwbedrijf te Holwierde bewoonden, een groenboerderij bij Delfzijl en omdat ik tenslotte liever boer was dan zuiveldirecteur, betrokken wij dat bedrijf in 1909. Op een stuk land tegenover de boerderij had in oude tijden de burcht Kuilsburcht gestaan, waarnaar wij onze boerderij die naam gaven.

Kerkelijk behoorden wij bij het kleine wierdedorpje Uitwierde, +- 3 km ten noorden van Delfzijl, een kleine vrijzinnig Hervormde gemeente. Ik werd daar tot kerkvoogd gekozen en in die functie kreeg ik de oude kerkeboeken vanaf 1698 onder mijn berusting, waaronder doop- en trouwboeken.

De bestudering van die oude boeken en het nagaan der nakomelingen die er van die oude geslachten nog in Uitwierde woonden, deed bij mij de gedachte opkomen om mij ook eens te verdiepen in mijn eigen voorgeslacht. Had ik geweten hoeveel moeite en kosten er aan een familie-onderzoek vastzitten, dan was ik er vermoedelijk niet mee begonnen. Toch heb ik er nu geen berouw van. Het is interessant om zich te verdiepen in zijn voorgeslacht: vooral als men, zoals bij de familie IJff, zo ver in de geschiedenis terug kan komen.

DE NAAM IJFF

Vanwaar de naam IJff? Bij mijn onderzoek kwam ik met heel wat familieleden in contact en daarbij bleek mij, dat in de familie sterk de gedachte leefde aan voorouders die zich van elders hier hadden gevestigd. Er was er één, die er van verzekerd was dat de familie zich omstreeks 1700 hier vestigde vanuit een der Noordse landen, terwijl een ander meende, vanuit een der oost Europese landen en een derde gehoord had, dat onze voorouders walvisvaarders waren geweest die hier waren achtergebleven.

Ik ben echter tot de conclusie gekomen, dat de naam een Patronimicum is, d.w.z. afkomstig van een voornaam, van IJf dus. Daar zijn namelijk wel aanwijzingen voor. Men schreef bv. Pieter IJfszoon, dus een zoon van IJf, liet het woord "zoon" weg en kreeg zo de stam IJfs, evenals dit met veel andere namen het geval is, bv. Hendriks(zoon), Pieters(zoon), Dirks(zoon) enz.

De dubbele f kan ontstaan zijn uit de vroegere lange s, die overeenkomst vertoonde met de f, maar kan ook op verzoek van de ouders bij de doop aldus zijn ingevoegd. Vóór de invoering van de Burgerlijke Stand ging naamsverandering namelijk nogal gemakkelijk. Claes Jansz. IJff, die in 1636 te Westzaan huwde, liet zes kinderen dopen met de naam IJp. Men koos ook wel eens de naam van een grootmoeder en liet die inschrijven.

GEGEVENS UIT OUDE BOEKEN

In "Een enquette ende informatie over Schilttaelen in Holland en Vriesland in 1444", geschreven door R. Fruin te Leiden in 1876, komen de namen voor van IJff Floriszoon en IJff Jacobszoon onder 't Baljuwschap Nijeburg (Schermer). Schilttaelen waren bijdragen aan de landsheer, een belasting dus.

In het boek "Genealogische en Heraldische Gedenkwaardigheden in en uit de kerken der Provincie Nood Holland", beschreven door Mr. P.C. Bloys van Treslong Prins en Mr. J. Belonje, werden in deel V de volgende gegevens gevonden:

In de Oosterkerk te Zaandam is een gedenkplaat aangebracht waarop een voorstelling van Neptunis, engelenfiguren en wapens als herinnering aan de "Dijckgraaf Hooge Heemrade Ende Secretaris / (Van Den Honsb(sche Ende (Duynen tot Petten) Ao 1687". Tussen de namen van dijckgraaf Heemraden enz. is ook die van Jan Jacobsz. IJfs, Heemraedt uyt Geestmer Ambacht.

In dezelfde kerk is een raam, geschonken door Jan Jacobsz. IJfs, Heemraedt uyt Geestmer Ambacht, waarbij het wapen (of misschien het huismerk) dat op het omslag van dit boekje is nagetekend.

Het bovengenoemde boek vermeldt nog meer kerken waarin de naam IJff wordt bewaard. Bv. die van Noord Scharwoude waar op een grafsteen staat:

"C. IJffszoon"
en
"Hier leyt begraven Pieter IJffszoon is gerust 13 Januari 1668"

En in de kerk van Harenkarspel een graf waarop staat:

"Nog legt hier begraven Jacobb IJffs van Tuytjenhoren (8) erust int jaar 1633 - Zegel"

De naam IJfs komt in 't Geestmer Ambacht nog veel voor, vooral te Koedijk. De naam kan daar afkomstig zijn van een voornaam IJf, doch de dubbele ff op de grafstenen in bovengenoemde kerken kan er ook op wijzen, dat het een en dezelfde stam is. De naam Jan Jacobsz. IJfs wijst wel in die richting daar deze overeenkomt met veel van de oudste geslachten der familie IJff van Westzaan. De naam Jan is bij de Koedijker familie nog altijd veel in gebruik.

Zien wij in de bovengenoemde gevallen de naam geschreven met een s, de dubbele ff vermeldt het boek van Bloys van Treslong Prins en Belonje in twee andere kerken. Namelijk op een grafsteen in de kerk van Westzaan, waarop staat gebeiteld:

"Hier ruste de lighamen van Pieter Jansz. IJff en Sijn huisvrouw Balihje Jans
sterf den 6 Augustus 1717 out Sijnde 91 jaeren en 46 weke haer man
sterf den 31 October 1719
out Sijnde 88 jare en 47 weke en
hebbe met malkander in
den echten staet geleeft 68 jaar en drie maenden
M.D.Wit."

De schrijvers vermelden daarbij nog het volgende:

op 7 Augustus 1717 werd haer lijk aangegeven door haren zn Cornelis Pieters IJff in Zuident F3
zijn lijk werd 2 November aangegeven door denzelfden.

Uit de kerk te Jisp wordt een graf vermeld met de volgende gegevens:

hier Sluijmert Dieuwertje
Weleer de Vreugd' en Troost
van IJff haar echtgenoot
en van haar dierbaar Kroost
een spruit van Maarten Mol
zo braaf een afkomst waardig
de dood ontziet geen rou
hoe bitter hoe rechtvaardig
Gestorven 22.7-1771 oud 58 j, 5 m, 15 d.
Ook ligt hier derzelver
dochter Guurtje K 2 IJf
zij stierf 16.9.1794
oud juist 49 jaren
nog ligt hier Klaas IJf oud-leraar der doopsgezinden
alhier
geboren 30.7.1716
+ 27.2.1796
Nog Gleijntje Klaas IJf
huisvrouw van Ts. Pr. Dobbenburg

DE STAMNAAM IJFF

De oudste gegevens over de stamnaam IJff komen uit het boek "Gulden Bijenkorf", geschreven door Gerrit Jan Honig: "In het jaar 1537 of daaromtrent woonde er een schipper, genaamd Jan IJff, varende een schip, zijnde een Klinkert (Klinker betekent een overnaads geklonken schip), groot 150 lasten, die de granen uit Dantzig aanvoerde en aan de Overtoom te Westzaan loste en derzelve verkoopende aan de huislieden voor dertien goudguldens per last." Uit het boek "De Kennemer Vrijbuiters" door W.J. Hofdijk het volgende fragment, dat gaat over een soort "ondergrondse" tegen de Spanjaarden ten tijde van het beleg van Haarlem (1572-1573).

"Het onbelemmerde water echter was hun recht element, visschers en ventjagers als zij voor een groot deel waren niet alleen, maar ook bevaren zeevolk, gelijk velen hunner mochten worden genoemd. Voor de Wormers en de Jispers toch was het toen reeds voor lange jaren bekend hoe hun welvaren gelegen was, in toe-redinghe van schepen, te zeijlen Oost en West met heure koopmanschappen, door sij-leijden ende oock heure kinderen, ten bequame bejaertheijt gekomen zijnde, zeijlen ende conserveren. De zes zonen van den Zaandammer koopman Willem Hoofd voerden hunnen wimpels zoo wel de Oostzee in als naar Sint-Ubes: de Palingkoopers kochten niet slechts hun visch door gantsch Noord-Holland, maar haalden ze bovendien uit plaatsen aan de Sont, kwamen vandaar gemeenlijk in de Maas, en staken dan met een goeden wind naar Londen over. De Westzaner graanhandelaars, zoo als Jan IJff en zijns gelijken, kochten hun koren niet maar te Amsterdam - zij brachten het ook met eigen schepen van Dantzig aan."

In het Rijksarchief te 's Gravenhage bewaart men lijsten van belasting van "tiende penning". Op de lijst uit 1561 van Westzaan komt de naam voor van Jan IJff.

Misschien is dit dezelfde Jan IJff waarover Clasien IJff mij een schreef: "Mijn grootvader was in het bezit van een oud boek uit het begin der 19e eeuw: "Saenlandsche Dorpen". Hierin las ik in mijn kinderjaren, dat in het jaar 1532 de naam Jan IJff voorkwam op een grenspaal in Westzaan. Jammer genoeg is dit mooie boek zoekgeraakt."

Cornelis Dircksz. IJff, doopdatum onbekend, huwde 18.1.1693 te Westzen met Miesje Klaas Kaat. Over hem lazen wij in een artikel in het maandblad Plastica van maart 1955: "Cornelis Dircksz. IJff, een lid van de destijds welbekende redersfamilie te Westzaan, die met zijne schepen handelswaar bracht en haalde in de Perzische golf, zag daar de minerale blauwe kleurstof, die in Perzië gevonden werd. In Nederland aangekomen nam hij contact op met andere Westzaners, met het gevolg, dat hij met een zestal andere heren omstreeks 1701 de "Blauwsel-molen De blauwe hengst" heeft opgericht. In 1825 kwam het bedrijf inclusief de molen in veiling en werd gekocht door Cornelis Avis, stijfselfabrikant te Oostzaan. Tot 1905 bleef het bedrijf in bezit van de familie Avis. In 1905 omgezet in een N.V. en in 1917 werd de naam gewijzigd in de huidige naam "N.V. Verffabrieken Avis"."

Over deze zelfde verre voorvader staat nog in het boek "Duizend Zaanse molens" van Pieters Boorsma: "Cornelis Dircksz. IJff ontvangt op 3.11.1689 de windbrief voor de lattenzager "De Kikker", oorspronkelijk een snuifmolen" en: "Cornelis Dircksz. IJff ontvangt op 13.9.1690 de windbrief voor de molen "De Admiraal Tromp". De molen werd in 1804 voor afbraak verkocht en heeft gestaan aan en bewesten de Gouw, tussen Papenpad en Roggebloemsloot".

Volgens opgave bevindt zich in de Zaanstreek Oudheidkamer bij de verzameling "Jacob Honig Jr." een houten uitgesneden tobbetje, rood en goud geschilderd, met het opschrift: "Dirck IJff Cornelisz. Anno 1787".

Ik ben in het bezit van 27 afschriften van acte's van koop en verkoop (van 1636 - 1689) waarin de naam IJff voorkomt, soms meer dan eens. Men moet wel tot de conclusie komen, dat de familie IJff als reders en fabrikanten zeer welgesteld is geweest.

Het boek "de Gulden Bijenkorf" van Gerrit Jan Honig, reeds eerder genoemd, verstrekt ons nog meer gegevens. O.a.:

"Ter Bruilofte van Heere Jacobus Alberti, jongeman te Zaandijk, met Metj. Lijsbeth Beets, jonge dochter te Crommenie en van de Heere Dirk IJff, jong man met Mej. Anna Maria Alberti, jonge dochter, beide te Zaandijk. In de H. Echt bevestigd te Zaandijk den tweeden van Wijnmaand 1785 (door) Willen Leek S(choolmeester) en V(oorzanger) te Crommenie" Dirk IJff was gedoopt 15.6.1765 te Westzaan als zoon van Cornelis IJff en Grietje Beets. Hij was later notaris en secretaris te Zaandijk. Geen kinderen.

De dagbladschrijver Jacob Honig Jansz. schrijft in "De Zaende" van 10 dec. 1949 over de landing van het Engels-Russische leger in Noord-Holland (september 1799, dus in de Napoleontische tijd) o.a.: "26 October zijn de schutters in 't geweer gekomen zijnde er enige gegaan na de kerkstraat en de andere na Klaas van den Bosch, om de Municipaliteit af te haelen, zijnde dezelve van daar gegaan naar de Kerkstraat, alwaar de Secretaris Dirk IJff de capitulatie aflas, waarna een Hoezee van de aanhoorders afging, waarna de schutters van de Kerkstraat na het kerkhof, alwaar dezelfde drie maal afvuurden, waarna de Municipaal J. van Vleuten een aanspraak deed, waarna de Municipaliteit bij Klaas van de Bosch soupeerde, wordende de schutters savons getracteert op bier......."

Uit de Fries Doopsgezinde Gemeente te Westzaan het volgende bericht: "19.11.1651 het Reijer Klaasz...... vertoont, hoe hem een zaecke was aangedient van een broeder, dewelke seijde dat hij Pieter Jansz. IJp van Westzane Hadde aangesprocken over het weijnig Wijde, dat hij Wijding niet en beleefde aan Racdaleen Gerste. (Verderop blijct dat Pieter IJp dagelijks melk levert aan Racdaleen)".

Jan IJff, gedoopt 4.12.1757, overl. 28.1.1825, zoon van Jan IJff en Aagje de Jager, lid van de Raad te Westzaan, huwde 17.10.1779 aldaar met Maartje Schoen, + 22.12.1801. Kinderen: één dochter, geboren 1793 te Westzaan, overl. 14.12.1851 aldaar, huwde 14.8.1818 te Westzaan met Jacob van Waert, oud 26 j, Chirurgijn.

Gaarne was ik de stamboom begonnen met Jan Jansz. IJff, die ca. 1575 kan zijn geboren, om te vervolgen met diens beide zonen, nl. Jan Jansz IJff en Dirck Janszoon IJff; daarna van de eerste twee zonen, nl. Jan Jansz IJff, gehuwd 1625 en Claes Janszoon IJff gehuwd 1636 en van de tweede één zoon nl. Dirck Janszoon IJff gehuwd 1627, om vervolgens de gehele Westzaanse familie IJff op te nemen. Door hiaten in de trouw- en doopboeken van Westzaan was het echter niet mogelijk de bloedlijnen met zekerheid vast te stellen.

Door kinderloze huwelijken en door het ontbreken van zonen om de naam verder te dragen is de naam IJff in Westzaan blijkbaar uitgestorven, doch deze leeft voort in de tak die zich in Assendelft vestigde en voor een talrijk nageslacht zorgde. Om daar een indruk van te geven een kleine vergelijking: dit boekje over de stam IJff, vanaf het huwelijk van Gerrit Jansz IJff met Baartje Floris Coopman in 1724 (zie no. 1) telt 195 nummers terwijl de stam Boekel, vanaf het huwelijk van Pieter Hendriks Boekel met Trijntje Willems in 1736 (dus ongeveer dezelfde tijd) slechts 64 nummers heeft.

Van de Assendelver tak is het voorgeslacht wèl na te gaan en dit zal ik laten voorafgaan aan de stamboom, die begint met Gerrit Jansz. IJff.

Toen Jan Gerrits IJff (b 28.10.1668 te Westzaan) op 31.1.1696 trouwde te Assendelft met Duifje Willems, vestigde hij zich te Assendelft op de boerderij "Nooit Gedacht", welke nog steeds bestaat (Dorpsstr. no. 206). (In 1999 is op dit adres Ris BV gevestigd) Er is in die boerderij een mooie schoorsteenmantel van oude tegeltjes met bijbelse voorstellingen, waarvan de Oudheidkamer te Arnhem foto's heeft gemaakt. Na Jan Gerrits IJff hebben op die boerderij altijd familieleden gewoond. De tegenwoordige bewoner, Gerrit IJff, geb. (2)5.4.1888, heeft kortgeleden het bedrijf weer overgedaan aan zijn kleinzoon Gerrit IJff, geboren 2.9.1939. Waren er in de Westzaner familie veel reders, kooplieden en fabrikanten, met de vestiging in Assendelft werd dat anders. Jan Gerrits IJff was veehouder en zijn nazaten zijn tot op de huidige dag eveneens voor een groot deel boeren.

In de stamboom komt aardig tot uitdrukking, hoe door een vrouw plotseling een nieuwe voornaam in de familie in gebruik komt. Zo bv. huwde Gerrit Janszoon IJff (zie no. 1) mat Baartje Floris Coopman, waardoor de naam Floris in gebruik kwam; en Floris IJff (zie no. 2) huwde met Trijntje Baarts Hos, waardoor de naam Baart in de familie werd ingevoerd. Beide namen komen nog steeds in de familie voor. De naam Baart is wel een bijzondere, echt Assendelver naam. Ik vind het jammer, dat men soms van de historische namen afwijkt; vooral in de 20e eeuw ziet men namen, waaruit die der grootouders niet of nauwelijks meer te herkennen zijn. De naam Gerrit is in de familie wel de meest gebruikelijke en komt in dit boekje 55x voor.

Het gezin onder no. 51 vertrok in 1906 naar Chicago en het gelukte mij lange tijd niet, één dezer mensen op te sporen. Toen ik tenslotte van een andere IJff die in Amerika woont een adres kreeg, kwam ik in contact met een hoofdonderwijzer, die mij beloofde, de gegevens van zijn familie te verzamelen (zie no. 109). Het duurde meer dan een jaar voor ik die gegevens kreeg, die bovendien niet bijzonder goed waren uitgewerkt. Men zal dit in de stamboom wel bemerken.

E I N D E ?

Neen! Er mag dan een enkele tak uitgestorven zijn, toch blijven er vele IJffen over die de naam in stand zullen houden. De geschiedenis gaat dus verder. Vermoedelijk zijn er, na dat ik de inlichtingen kreeg, in verschillende gezinnen al weer veranderingen gekomen. Gezinnen die mij op de hoogte hielden van heugelijke of droevige gebeurtenissen, zijn tot op heden bijgehouden.

De familie IJff behoorde vrijwel uitsluitend tot de kerk die voorheen de "Gereformeerde kerk" werd genoemd en die na de Napoleontische tijd, in 1816, de naam kreeg "Ned.Herv.kerk" Alleen in die gevallen dat iemand tot een ander kerkgenootschap behoort (of behoorde) óf indien men opgaf geen godsdienst te bezitten, is dit vermeld.

Tenslotte wil ik allen bedanken die mij zo bereidwillig hebben ingelicht en vooral de burgemeester en het secretariepersoneel van Assendelft, die mij steeds zo vriendelijk wilden ontvangen en behulpzaam zijn geweest.



Delfzijl, december 1962
J.Pz. Boekel